Cao-afspraken 2019

De rapportage Cao-afspraken 2019 doet verslag van cao-onderzoek naar acht onderwerpen: de contractloonontwikkeling; laagste loonschalen; afstand tot de arbeidsmarkt; bovenwettelijke aanvullingen bij ziekte, arbeidsongeschiktheid en werkloosheid; normale arbeidsduur; contracten voor bepaalde tijd; flexibele beloning; en oudere werknemers. Enkele bevindingen zijn:

  • De contractloonontwikkeling bedraagt in 2019 op niveaubasis gemiddeld 2,5%. Dit is 0,4%-punt hoger dan in 2018. In 2020 lijkt (ten tijde van het opstellen van de rapportage) de contractloonontwikkeling, op basis van zeer voorlopige cijfers, 0,2%-punt hoger te liggen dan in 2019 en uit te komen op 2,7%.

  • Op basis van voorlopige cijfers ligt gemiddeld genomen het laagste loon in de laagste loonschaal 1,7% hoger dan het wettelijk minimumloon (voor een 21-jarige).

  • In 53 van de 99 onderzochte cao’s zijn afspraken opgenomen over bevordering van de instroom van groepen met een moeilijke arbeidsmarktpositie. In 22 daarvan zijn streefcijfers opgenomen voor het aantal arbeidsplaatsen dat zal worden gecreëerd. Deze plaatsen zijn vooral voor arbeidsbeperkten en wajongers. Ruim 2/3e deel van de onderzochte cao’s bevat een loonschaal beginnend op Wml-niveau, wat bij kan dragen aan de instroom van de groep werknemers met een arbeidsbeperking.

  • In 86 van de 99 onderzochte cao’s zijn afspraken opgenomen over reparatie van het 3e WW-jaar.

  • In 45 cao’s wordt voor bepaalde functies en/of groepen werknemers van één of meer aspecten van de ketenbepaling afgeweken. De afwijkingen houden verband met onder andere educatie, werkzame AOW-gerechtigden en seizoensarbeid.

  • Het percentage werknemers onder een cao met afspraken over extra verlof voor oudere werknemers is de afgelopen vijf jaar gedaald van 53% naar 33%. Daar staat een stijging van dit percentage tegenover wat betreft extra arbeidsduurverkorting: dit is de afgelopen vijf jaar gestegen van 31% naar 49%.

Details
Verschenen als: 
Publiek rapport
Publicatiemaand: 
juli, 2020