Vakbonden moeten koers radicaal verleggen

De rol van de vakbond is van oudsher vooral gericht op goede arbeidsvoorwaarden en arbeidsomstandigheden voor medewerkers. Met succes. In het industriële tijdperk hebben de vakbonden veel bereikt. De tijden zijn echter veranderd. De werkeloosheid was recent op het hoogste niveau sinds de Tweede Wereldoorlog, de CPB scenariostudies voorspellen een structureel lagere economische groei.
Voortdurende scholing en ontwikkeling van werknemers is daarom cruciaal: voor werknemers om aan het werk te blijven, voor werkgevers om voldoende te kunnen innoveren en concurrerend te blijven. De vakbond kan hierbij optreden als partner voor zowel werknemers als werkgevers op het gebied van talentontwikkeling, vakscholing, (loopbaan)begeleiding en mobiliteit van medewerkers.

Infrastructuur
Belangrijk hierbij is een duurzame en faciliterende infrastructuur. Deze infrastructuur moet ervoor zorgen dat ook na het verlaten van school in bedrijven een doorgaande scholings- en ontwikkelingslijn gewaarborgd is en de overgangen tussen onderwijs, bedrijfstakken en bedrijven soepel verlopen. Vakbonden moeten met werkgevers aan de slag om deze infrastructuur te blijven ontwikkelen en onderhouden.

  • Vakbonden zouden gezamenlijk een nationaal online ontwikkelplatform moeten opzetten. Alle werkenden en werkzoekenden krijgen hierop een persoonlijke module, die hen gedurende hun hele loopbaan, los van waar zij werkzaam zijn, ondersteunt en begeleidt in hun ontwikkeling.
  • Op bedrijfsniveau zouden vakbonden, veel meer dan nu het geval is, nauw moeten samenwerken met de ondernemingsraad. De ondernemingsraad neemt het voortouw in het opstellen van een bedrijfsopleidingsplan, samen met de werkgever. Dit bedrijfsopleidingsplan geeft invulling aan de kaders of richtlijnen die door sociale partners zijn afgesproken in de CAO.
  • We zouden een nieuwe structuur moeten optuigen om het arbeidsmarktbeleid vorm te geven. Die moet een regionaal samenspel tussen lokale en nationale overheid enerzijds en sociale partners en bedrijven anderzijds faciliteren. Om tot een optimale mix te komen dienen HRM, CAO’s en sociale plannen nauw aan te sluiten bij de ambities om mensen duurzaam in de regio aan de slag te krijgen of te houden. Dit vereist dat vakbonden de regie ter hand nemen op het domein ontwikkeling van mensen en een grotere betrokkenheid en verantwoordelijkheid organiseren gericht op het ondersteunen, bevorderen en initiëren van lokale en regionale activiteiten.

Ander verdienmodel
Het opzetten van deze infrastructuur vraagt nogal wat van de vakbonden. Allereerst dat zij samen optrekken (wat op termijn wellicht leidt tot één nationale vakbeweging). Daarnaast moet de focus op alleen de traditionele CAO-onderhandelingen worden losgelaten. Het ‘ontwikkelings’werk moet centraal komen te staan. Dit vraagt om nieuwe samenwerkingsvormen met ondernemingsraden, werkgevers en vrijwilligers en om andere competenties dan die de meeste vakbondsbestuurders momenteel in huis hebben.
Ook zal er gewerkt worden met andere verdienmodellen. De infrastructuur geldt voor iedereen, lid of niet. Maar wie meer service wil, kan lid worden tegen een laag basistarief. In dit basistarief zit persoonlijke ondersteuning zoals advies bij het opstellen van het individuele ontwikkelplan. Zowel leden als niet-leden kunnen ook gebruik maken van uitgebreidere dienstverlening en advies op het terrein van employability, zoals een loopbaantraject of begeleiding van werk naar werk. Dat zullen betaalde diensten worden, waarbij voor leden een gereduceerd tarief geldt.
Diverse online verdienmodellen laten al zien dat mensen best bereid zijn om te betalen voor een in eerste instantie gratis dienst, mits het wel voldoende meerwaarde oplevert. En een in eerste instantie vrij toegankelijke dienst kan veel massa opleveren. En is dat nu niet juist wat vakbonden nu missen?

(Dit is een samenvatting van een artikel dat Marco Hietkamp (landelijk bestuurder Metaaltechniek bij CNV Vakmensen) en Marieke van Essen (adviseur bij a-advies) hebben geschreven in Zeggenschap. Indien u het hele artikel wilt lezen, kunt u een proefnummer aanvragen.)