Debat 1: De arbeidsmarkt sluit mensen uit

De term ‘onderkant van de arbeidsmarkt’ wordt meestal gebruikt voor mensen die bij voortduring worden uitgesloten van betaalde arbeid. Op basis van een grove inschatting wordt (door een meerderheid van werkgevers) gesteld dat zij te laag productief zijn en/of een te groot werkgeversrisico vertegenwoordigen. Omdat de arbeidsmarkt zeker voor deze doelgroep een flexibele is, wordt werk bijna nooit duurzaam en ontlenen mensen weinig inkomenszekerheid aan de arbeidsmarkt. Mede daarom is het moeilijk om uitkeringsafhankelijkheid te doorbreken. 

Wanneer we dit mechanisme willen doorbreken door meer inclusie op de arbeidsmarkt is vereist: meer ruimte voor ‘sociale’ werkgevers, en het reduceren van werkgeversrisico’s voor alle werkgevers. 

Om te voorkomen dat de (lokale) overheid als enige verantwoordelijk blijft voor de inkomens en inkomenszekerheid van mensen die wel degelijk een volwaardige bijdrage kunnen leveren, moeten er eerder méér dan minder bedrijven komen met de kenmerken van de sociale werkvoorziening: beginnen bij wat de mensen kunnen en daar werk bij zoeken. Dit in tegenstelling tot de gebruikelijke zoektocht naar een mens voor een bestaande vacature, die vaak tot uitsluiting leidt. De participatiewet biedt hiervoor wel de regelruimte, maar te weinig financiële middelen en ondersteuning. 

Stelling van Ronald Dekker op NVA-debat 24 april